De eerste ontmoeting met de Duitse bezetter vond plaats in de namiddag van zaterdag 11 mei 1940.

Rond vier uur reed de eerste Duitse soldaat per motor Schijndel binnen. Vanuit Veghel en Heeswijk marcheerden troepen met zwaar materiaal en kanonnen door Schijndel richting Sint – Oedenrode en Boxtel. In de Stationsstraat werd een dubbel woonhuis in brand geschoten en er kwam een projectiel neer in de buurt van de pomp aan de Hoofdstraat. Degene die zich met een fiets op straat kwam, was die meteen kwijt.

Op 1e Pinksterdag, 12 mei 1940, begon de bevolking wel de ondervinden dat de Duitse troepen ook in Schijndel waren. In juli 1940 vielen er 5 bommen in het Lieseind die geen van allen explodeerden.

Gedurende de zomervakantie kwamen honderden kinderen uit Rotterdam in Schijndel hun zomervakantie vieren omdat dat tussen de puinhopen niet mogelijk was.

Ook onze agrariërs ondervonden het oorlogsgebeuren. Ze keken even raar op, toen ze voor de geleverde melk aan de melkfabriek plotseling met Duitse geld werden uitbetaald maar dat werd al snel weer ongedaan gemaakt omdat de winkeliers gewoon met Hollands geld konden verkopen.

 

De Schijndelse vliegenier

Antoon van Liempd werd in 1939 opgeroepen voor militaire dienst vanwege oorlogsdreiging.

Bij de opening van de nieuwe tribune van het sportpark van de voetbalvereniging “Schijndel” vloog Antoon boven het veld en wierp een bal naar beneden. Dit was voor die tijd een spectaculaire gebeurtenis in Schijndel.

Antoon meldde zich vrijwillig aan voor een bombardementsvlucht maar werd na een noodlanding op 12 mei in de omgeving van de Grebbeberg, door de Duitsers doodgeschoten.

Hij werd begraven op het militaire ereveld de Grebbeberg bij Rhenen. Jaren later werd Toon postuum gehuldigd met een onderscheiding van de Bronzen Leeuw.

 

Bron: Boek  Het vliegveld Schijndel van Theo Jansen.